Exames de oftalmologia | Clinica Vivina Cabrita

Wat is glaucoom?

Glaucoom is een ernstige oogaandoening en een van de hoofdoorzaken van blindheid in onze huidige wereld. Bij glaucoom is het verlies van het gezichtsvermogen het gevolg van een beschadiging van de oogzenuw, die zich aan de achterzijde (fundus) van het oog bevindt en ervoor zorgt dat de beelden naar de hersenen worden gezonden. De oogzenuw kan worden vergeleken met een elektriciteitskabel die uit talrijke draden, de zenuwvezels, bestaat. Bij glaucoom worden die vezels beschadigd, waardoor de beelden niet naar de hersenen kunnen worden gezonden. In deze situatie ontstaan er donkere vlekken in het gezichtsveld en bij verdere evolutie van de ziekte is er sprake van progressieve achteruitgang van het gezichtsvermogen. Het is dan ook van essentieel belang dat de ziekte vroegtijdig wordt vastgesteld en correct wordt behandeld.

Welke symptomen gaan met glaucoom gepaard?

Over het algemeen merkt een glaucoompatiënt pas in een gevorderd stadium dat er een probleem is, wanneer er donkere vlekken in het perifere gezichtsveld ontstaan. Naarmate de ziekte vordert, worden de vlekken groter en gaat het gezichtsvermogen progressief achteruit.

Waarom neemt de oogdruk toe?

Bij glaucoom neemt de druk in het oog toe – oogspanning. Over het algemeen kan een oogspanning van meer dan 22 mmHg de oogzenuwvezels beschadigen.

Waarom neemt de oogdruk toe? De oogspanning neemt toe, omdat het vocht binnen in het oog – het zogenaamde kamervocht – zich in het oog ophoopt. In een normale situatie. Het kamervocht wordt voortdurend binnen in het oog geproduceerd en wordt voortdurend via de daartoe bestemde afvoerkanalen afgevoerd. Wanneer deze kanalen niet meer goed werken of geblokkeerd zijn, hoopt het vocht zich in de oogspanning op. Deze overdruk drukt de oogzenuw samen en kan tot beschadiging ervan leiden.

Het verlies van het gezichtsvermogen bij glaucoom kan zich ook voordoen bij een normale oogspanning. Zeer waarschijnlijk zijn er dan andere factoren die tot beschadiging van de oogzenuw leiden, met name bloeddoorstromingsproblemen in de oogzenuw.

Hoewel de oorzaken van glaucoom nog niet bekend zijn, worden als risicofactoren beschouwd:

  • Leeftijd (ouder dan 35 jaar)
  • Familieair glaucoom (wanneer glaucoom in de familie voorkomt)
  • Medicatie (bijv. langdurige corticoïdebehandeling)
  • Ziekten (bijv. hoge bloeddruk, diabetes)
  • Etnische afkomst (mensen van zwarte of Aziatische afkomst)
  • Bijziendheid

Welke soorten glaucoom zijn er?

Open-kamerhoekglaucoom is de meest voorkomende vorm van glaucoom (ruim 90% van de gevallen) en is meestal leeftijdsgebonden. Bij open-kamerhoekglaucoom is er sprake van een toename van de oogspanning, doordat het kamervocht moeilijker kan worden afgevoerd. In dit geval verloopt de beschadiging van de oogzenuw langzaam en pijnloos. Pas wanneer de beschadiging al vergevorderd is, ontdekt de patiënt dat hij glaucoom heeft.

Gesloten-kamerhoekglaucoom is een acute, zeldzame en ernstige aandoening, die onmiddellijk moet worden behandeld. Bij dit type glaucoom blokkeert de iris de afvoerkanalen van het inwendige oogvocht volledig. Hierdoor neemt de oogspanning plotseling toe, wat gepaard gaat met hevige pijn in het oog, troebel zicht en gekleurde halo’s rondom lampen, hoofdpijn, misselijkheid en braken.

Verder zijn er nog zeldzame gevallen van aangeboren glaucoom. Hieraan lijden voornamelijk baby’s. Aangeboren glaucoom kan chirurgisch worden verholpen. Ook bestaat er secundaire glaucoom in verband met ziekten (zoals diabetes of ontsteking) of als gevolg van behandeling met bepaalde medicijnen (bijv. corticoïden).

Hoe wordt glaucoom gediagnosticeerd?

Regelmatig consult bij de oogarts is de beste manier om glaucoom te ontdekken. Tijdens het consult verricht de arts een uitgebreid onderzoek, waaronder:

  • Meting van de oogdruk (tonometrie)
  • Beoordeling van de afvoerkanalen van het kamervocht (gonioscopie)
  • Beoordeling van de eventuele oogzenuwbeschadiging (oftalmoscopie)
  • Beoordeling van het gezichtsveld in ieder oog (perimetrie)

Naargelang de situatie van de patiënt besluit de oogarts welke testen hij zal uitvoeren en hoe vaak deze moeten worden herhaald.

Hoe wordt glaucoom behandeld?

De behandeling van glaucoom heeft tot doel toename van de beschadiging en verlies van het gezichtsvermogen te voorkomen, aangezien een beschadigde oogzenuw niet kan worden hersteld! Glaucoom kan worden behandeld met:

Medicijnen: Antiglaucoommiddelen (oogdruppels of pillen) verminderen de oogspanning, waardoor er minder kamervocht in het oog wordt aangemaakt of de afvoer ervan wordt vergemakkelijkt. In sommige gevallen heeft de medicatie bijwerkingen, die aan de arts moeten worden gemeld:
– Oogdruppels: rood oog, wazig zicht, droog oog, hoofdpijn of hart- en ademhalingswijzigingen;
– Pillen: vermoeidheid, tintelingen in vingers en tenen, slaperigheid, afname van de eetlust, gastro-intestinale problemen. Om het gewenste resultaat teweeg te brengen moeten deze medicijnen regelmatig worden ingenomen en heel waarschijnlijk zelfs voor altijd. Het is dan ook van essentieel belang dat de patiënt samenwerkt met de door de arts aanbevolen behandeling.

Laserbehandeling: Normaal gesproken wordt er tot een laseroperatie overgegaan, wanneer de oogdruk niet door medicatie onder controle kan worden gehouden. Bij open-kamerhoekglaucoom wordt de laser gebruikt om de afvoerkanalen van het inwendige oogvocht te „ontstoppen” – trabeculoplastiek – en bij gesloten-kamerhoekglaucoom om een gaatje te maken aan de onderkant van de iris – iridotomie.

Operatie: Over het algemeen wordt chirurgie alleen toegepast wanneer medicatie en laserbehandeling de situatie van de patiënt niet onder controle houden. Ook hier maakt de oogarts een afvoerkanaaltje voor het inwendige oogvocht om de oogspanning te verlagen en het verloop van de ziekte onder controle te houden.